Week van de schoolslag 7: doen!
Vorig weekend keek ik naar de Nederlandse kampioenschappen schaatsen. Ik werd getriggerd door het verhaal van Marcel Bosker. Hij leek een compleet ander mens geworden. Letterlijk, want door heel anders te gaan trainen zijn zijn bovenbenen 10 cm in omvang gekrompen. Ook de manier waarop hij schaatst en hoe hij vertelt over schaatsen en de doelen in zijn leven zijn helemaal anders. Twee jaar geleden heeft hij die verandering ingezet, in dit (Olympische) seizoen wil hij de vruchten gaan plukken. En dat lukte al heel goed, want hij schaatste persoonlijke records, kwalificeerde zich voor de wereldbekers én werd Nederlands kampioen op de 5 kilometer.
Risico
Ik vind het knap dat hij dit voor elkaar heeft gekregen. Hij heeft een groot risico genomen. Hij wist 2 jaar geleden dat als hij doorging op de oude manier, hij zou krijgen wat hij tot dan toe had gekregen. En daar was hij niet tevreden mee, hij werd er ook niet meer blij van. Dát zorgde voor het vuur om het roer om te gooien. Zonder te weten of het écht tot succes zou leiden. Maar ongetwijfeld vol van vertrouwen dat het kon! Gesteund door de mensen uit de staf van zijn team.
Vervolg week van de schoolslag
Voor mij zorgde het verhaal van Marcel Bosker voor de kapstok voor dag 7 van de week van de schoolslag. (Sommige weken kunnen heel lang duren ). Nadat ik op dag 5 en 6 aan de slag was gegaan met vragen die ik van lezers had ontvangen, merkte ik dat ik in herhaling aan het vallen was. En ik deed wat ik de afgelopen jaren steeds heb gedaan: ik droeg oplossingen aan voor de problemen die lesgevers tegenkomen in de praktijk.
Ik ontdekte bij het schrijven, dat het helemaal niet meer echt over de schoolslag ging, maar vooral over het leerproces van jonge kinderen. Iedere vraag leidde eigenlijk tot het advies: ga een stapje terug, ga aan de slag met de enkelvoudige rugslag, zorg voor vertrouwen bij het kind. Want…..En voor het vervolg van die ‘want’ kwam ik dan weer met mijn overtuiging over de brug: dat we moeten overstappen naar een nieuwerwetse manier van lesgeven. Niet meer zo expliciet hameren op de technische uitvoering. Niet alles meer willen uitleggen. Niet zo gefocust zijn op de juiste uitvoering van de slag, maar kinderen vooral laten doen en ervaren en ontdekken hoe je (steeds beter) vooruit kunt komen in het water. En dan vertrouwen op een goed resultaat.
Over Klikkies en opbouwen van conditie
Ik stokte bij het schrijven van dag 7 van de schoolslagweek. Er waren nog twee dingen die op mijn lijstje met schoolslagonderwerpen stonden. Ik wilde vertellen over de ‘klikkies’. Dat zijn enkelbandjes met een magneetje, die ervoor kunnen zorgen dat kinderen ‘als vanzelf’ begrijpen dat ze de benen van de ERS en de schoolslag moeten sluiten. Die er, zonder er iets over te zeggen, voor zorgen dat kinderen de beenslag gaan zwemmen met meer spierspanning, meer coördinatie én versnelling in de slag. Zodat er meer stuwing wordt gevoeld en ook werkelijk is.
Ik wilde ook nog gaan schrijven over het opbouwen van conditie. En het onderscheid maken tussen (eerst) techniek leren en daarna leren om dit vol te houden, van kort naar lang. Het volhouden van een goede techniek is lastig. Vermoeidheid zorgt ervoor dat de coördinatie achteruitgaat. Ik zie in de praktijk dat lesgevers dan gaan ondersteunen met tips als ‘langmaken’, uitdrijven enzovoorts. Vanaf de kant heb ik dan medelijden met de kinderen, want die tips lukken even helemaal niet meer! Ik zou willen zeggen: ‘laat kinderen op een uitdagende, gevarieerde manier steeds meer schoolslag zwemmen, laat ze de vermoeidheid voelen’. ‘Maak je niet te druk om foute uitvoeringen en geef kinderen als ze niet meer vooruitkomen de vrijheid om op de rug te draaien’. Dán betrekken we ze bij het leerproces en kunnen we ze uitdagen om de schoolslag steeds een beetje langer vol te houden.
Maar blog 7 over de schoolslag bleef bij mij ‘hangen’ in mijn notitieblok. Ik voelde aan alle kanten: ‘leuk om op te schrijven, maar ik denk niet dat het leidt tot verandering in de praktijk. De vraag is of mijn lezers er überhaupt in geloven!’ Het is alsof je twee jaar geleden tegen Marcel Bosker zou zeggen: probeer een beetje soepeler te schaatsen, met ontspanning in je slag. En blijf dat ook doen na de 3000 meter. Hij zou het wel hebben gewild, maar zijn lichaam (inclusief hoofd) was er niet klaar voor. Zijn spieren waren te kort (door de krachttraining). Zijn gewicht was te hoog, vermoeidheid trad sneller op. Pogingen om het wel te proberen zouden niet succesvol zijn. En dat zou stress opleveren en demotivatie voeden.
We willen te snel
Mijn conclusie na 6 blogs over de schoolslag? We willen veel te snel (en ik ook)! Het roer moet om, als we de jonge kinderen van nu schoolslag willen leren. We streven naar een fantastisch resultaat (ideaalplaatje), maar de manier waarop we daarmee aan de slag zijn is niet heel efficiënt. En ik twijfel aan de effectiviteit. We sluiten niet meer goed aan bij de (huidige) kinderen. Het succes blijft uit. We worden met z’n allen steeds ontevredener over het resultaat. Als we blijven doen wat we altijd deden, weten we dat veel kinderen lang over het leerproces zullen doen.
Op zoek naar het vuurtje
Is deze onmacht en ontevredenheid die we ervaren genoeg om voor het vuur te zorgen om het roer écht om te gooien? Ik hoop het. Maar om de eerste stap naar verandering te zetten is het ook nodig om jezelf zelfverzekerd te voelen. Je moet willen veranderen, maar het ook durven en kúnnen. En dat is best wel lastig. Want de nieuwerwetse manier van lesgeven heb je niet zomaar onder de knie. Het is bij uitstek een manier die vraagt om experimenteren en ontdekken. Oók van de lesgevers.
Spannend
Experimenteren en ontdekken is spannend, want de uitkomst is onzeker. Dat is niet voor iedereen prettig. Als je kinderen de ruimte geeft om de eigen schoolslag te ontdekken, kun je niet voorspellen tot welke uitvoering dat zal leiden. En dat geeft onrust. Want we willen wél dat kinderen binnen een bepaalde tijd het zwemdiploma halen. En ouders willen dat ook! Het gebrek aan voorspelbaarheid, de onwennigheid en onzekerheid of je het goed doet én het soms niet precies weten hoe je het anders kunt aanpakken, maken dat je verandering misschien liever toch uitstelt.
Samen lukt het beter
Verandering leidt tot meer resultaat als je het met elkaar doet. Ervaringen kunt delen, herkenning vindt bij elkaar, en ook steun, omdat je moet doorzetten om resultaat te boeken. Verandering vraag om bewustwording, het ontstaat niet vanzelf. Daarom sluit ik de week van de schoolslag 2025 af met een eigen experiment.
Ik ben op zoek naar lesgevers die heel graag beter willen worden in het aanleren van de schoolslag. Die (willen) geloven in de nieuwerwetse aanpak, maar in de praktijk moeite hebben om het te ‘vertalen’ en te vertrouwen op het proces. Lesgevers die moeite hebben met de eerste stap of juist met het doorzetten. Voor die lesgevers start ik het project Samen aan de slag met de schoolslag. Je kunt er vanavond hier meer over lezen. Ik zou het geweldig vinden als je meedoet! Veranderen doe je door te doen. Veranderen begint bij jezelf. Welke eerste stap ga jij zetten?