Inspiratiecountdown dag 1: Focus
Het is weer 1 december. De start van Advent. In het christendom is dit de benaming voor de aanloopperiode naar kerst. In de adventsperiode bereiden christenen zich voor op het kerstfeest. Ik vind het een mooie tijd en geef er mijn eigen invulling aan. Terugkijken op alles wat er afgelopen jaar is gebeurd. En vooruitkijken naar het nieuwe jaar.
Tijd voor de Inspiratiecountdown. Na een jaartje overslaan, ga ik dit jaar weer aftellen naar kerst. Op naar de Top 2000 op eerste kerstdag. (Vanaf vandaag kunnen we weer stemmen).
Iedere dag een blog over een onderwerp dat mij bezighoudt en hopelijk een beetje inspiratie kan betekenen voor jou.
De eerste dag is altijd lastig. Ik heb een lijst met onderwerpen gemaakt, maar ja, dan moet ik kiezen! En dat vind ik niet altijd makkelijk. Ik kies daarom voor het onderwerp ‘focus’. Dat was wel een beetje een struggle in dit afgelopen jaar. Ik heb me afgevraagd waar ik me vooral op wilde richten. Het échte antwoord is niet gekomen. Of misschien ook wel: ik ben gewoon iemand die het lastig vindt om te focussen. Ik hou van afwisseling. Meerdere aandachtspunten passen bij mij, het houdt me scherp. Te veel hetzelfde vind ik snel saai, ik verlies daardoor mijn focus.
Dat klopt wel met wat ze in het boek Focus aan/uit vertellen. Ze schrijven dat het hele spel van focus is om het aantal wisselingen van aandacht te minimaliseren. Hoe beter je dit kunt, hoe productiever je bent en hoe minder stress je zult ervaren. Er zijn vier concentratielekken die zorgen dat we wisselen in onze aandacht.
Concentratielekken
Het kan zijn dat er te weinig prikkels zijn. Als iets te langzaam gaat, te simpel is en saai, gaan onze hersenen op zoek naar andere prikkels. We dwalen dan af van de taak die we eigenlijk willen of moeten doen.
Dit kan ook gebeuren omdat we onszelf afleiden. Je krijgt na een tijdje behoefte om even weer wat anders te gaan doen, gewoon, omdat het gebeurt. Of je brein maalt maar door over iets dat je heel erg bezighoudt, waardoor je je niet kunt concentreren. Het kan ook zijn dat we moe zijn. En dat je ‘hoofd’ moe is. Het schijnt zo te zijn dat je brein dan veel meer prikkels toelaat. Dus niet meer goed onderscheid kan maken tussen wat wel en niet belangrijk is. Tot slot kunnen er in de omgeving te veel prikkels zijn. Waardoor we moeten kiezen, wat heel lastig is. En veel energie kost.
Terwijl ik dit schrijf, neem ik me voor om het boek Focus weer een keer te lezen. Het richt zich vooral op efficiënt werken, waarbij mooi wordt uitgelegd hoe het brein zich gedraagt.
We hebben hier als lesgevers ook mee te maken in ons werk. We moeten zorgen voor onze eigen focus, maar óók de kinderen hebben er al moeite mee. Je ziet het terug in hun gedrag tijdens de zwemles. Het brengt me tot een aantal tips die je misschien kunnen helpen.
Maak het interessant
Als de les niet interessant genoeg is voor de kinderen, kan dat ertoe leiden dat kinderen op zoek gaan naar andere prikkels. Sommige kinderen doen dit actief, er is immers van alles te zien en te bedenken in het zwembad. Er zijn ook kinderen die de prikkels vinden in zichzelf en wegdromen. Door de les interessanter te maken, kun je dit deels voorkomen. Dit doe je door zélf voor die andere prikkels te zorgen en kinderen zoveel mogelijk te betrekken. Bijvoorbeeld door kinderen zelf problemen op te laten lossen, zelf dingen te laten uitproberen of ze uit te dagen om (overzichtelijke) keuzes te maken. Je kunt opdrachten bedenken die kinderen actief betrekken bij de uitvoering. Hierdoor wordt het brein geprikkeld en blijven de kinderen veel beter ‘bij de les’.
Afwisseling
We weten dat het brein bij kinderen na een tijdje even iets anders nodig heeft. Bij het ene kind is dat beter zichtbaar dan bij het andere. Maar we weten dat de spanningsboog nog relatief kort is. Als we dat weten, dan is het goed om daar rekening mee te houden. Bijvoorbeeld door te zorgen voor voldoende afwisseling in de les. Een verandering van opdracht en eventueel ook een variatie in betrokkenheid zorgt ervoor dat kinderen alert blijven.
Dit is de reden dat we in de huidige opleiding voor Lesgever Zwem-ABC pleiten voor een afwisseling in de les tussen accent- en variatieblokken. Bij een accentblok vraag je gerichte focus van de kinderen, bijvoorbeeld door bezig te zijn met de enkelvoudige rugslag. Na een tijdje zie je de aandacht verslappen, dan stop je en bied je een andere opdracht aan. Eentje die het brein triggert om even heel anders aan de slag te gaan. Bijvoorbeeld om iets te ontdekken door uit te proberen. Daarna ga je dan bij voorkeur terug naar, in dit geval, de enkelvoudige rugslag. Want herhaling is ook van groot belang.
Omgaan met prikkels
In de zwembadomgeving zijn heel veel prikkels. Geluid van het water, van de andere kinderen, van materialen die rondzweven, van ouders die soms door de ramen kijken, van andere lesgevers die aan het praten zijn. Je kunt proberen om hier alert op te zijn. Ga er maar vanuit dat kinderen moeten wennen aan al die prikkels en tijd nodig hebben om te begrijpen hoe het allemaal zit. Gebruik je materiaal in de les? Laat de kinderen dit aan het eind van de opdracht opruimen. Zorg bijvoorbeeld dat dit bij de opdracht hoort. Dan blijft het materiaal niet op de kant liggen, want dat kan voor extra afleiding zorgen.
Win-win
Tot slot nog een laatste tip. Wij zijn geneigd om kinderen bij (zwem)opdrachten géén focus of te veel focus mee te geven. We zeggen bijvoorbeeld: we gaan vier banen schoolslag zwemmen. Dat is een saaie opdracht. Zonder focus. Kinderen zullen sneller afdwalen of onderweg iets anders bedenken om te doen. Of we leggen uit dat ze op de voetenstand moeten letten, moeten uitdrijven én naar voren moet blijven kijken (en nog meer). Dat is veel te veel, het brein weet niet wat het moet doen.
Geef ze daarom bij een opdracht een gericht aandachtspunt mee: we gaan vier banen zwemmen en ik ga erop letten of jullie …. als een raketje door het water vliegen (uitdrijven). Dit aandachtspunt zorgt voor een win-win situatie. Kinderen worden ‘bij de les’ geroepen en denken aan het raketje. De lesgever kijkt of de kinderen wel uitdrijven en een raketje zijn. Dáár hoef je je als lesgever bij die opdracht dan ook alleen maar druk over te maken. Hoe heerlijk rustig en overzichtelijk is dat.
De inspiratiecountdown is begonnen! Wat kun jij verbeteren in het omgaan met focus? Voor jezelf? En in je les voor de kinderen?
Wil je geen dag van de inspiratiecountdown missen? Meld je hier aan, dan krijg je het blog iedere dag in je mailbox.
Leuk om zo op de hoogte gebracht te worden
Bedankt voor jouw reactie! Groet, Titeke