InspiratieCD dag 11: Wat vind jij ‘not-done’?

 In Beleving, Gat in het zeil, Plezier, Zwemles

Ergens in een eerdere inspiratiecountdown schreef ik al eens een stukje over dingen die ik ‘not-done’ vond. Ik vond dat wel spannend, maar ook leuk. Hier is het onderwerp nog een keer, een beetje herschreven.

Toen mijn kinderen nog op zwemles zaten, ging ik samen met hen oefenen tijdens het oefenuurtje op zaterdagmiddag. Ik vond dat altijd heerlijk. Maar ik weet ook nog dat ik me soms ongemakkelijk voelde. Ik zag andere ouders worstelen met hun kinderen. Ze oefenden bijvoorbeeld met ‘door het gat in het zeil’ gaan terwijl het kind zwembandjes om de armen had. Ik heb er nooit iets van gezegd. Maar ik denk wel dat daar mijn idee voor het verzamelen van tips voor ouders is ontstaan.

Met kurkjes door het gat in het zeil

Veel ouders weten niet goed waar ze mee bezig zijn. Maar ik zie ook lesgevers die kinderen met bandjes of een kurkje om door het gat laten gaan. Ik vind dat ‘not done’. Als een van mijn leerlingen van de opleiding Lesgever Zwem-ABC dat doet tijdens mijn beoordeling, dan moet de rest wel héél goed zijn om een voldoende te halen.

Duiken ‘op de knieën’

Zo heb ik nog een paar dingen waar ik ‘niet blij’ van word. Ik beveel bijvoorbeeld het leren duiken ‘op de knieën’ ook niet aan. Tegen leerlingen Lesgever Zwem-ABC zeg ik altijd: ‘probeer het zelf eens uit en voel hoe vervelend het is’. Als je op je knieën zit en dan gaat duiken, heb je helemaal geen regie (controle) meer. Je ploft als het ware voorover in het water. Afzetten lukt niet. Als ik het zou moeten doen, krijg ik last van de knieën. (Maar dat kan ook de leeftijd zijn :-)). Ik ben voorstander van het leren duiken uit stand of eventueel met één voet voor en eentje achter (eventueel op 1 knie).

Ik zie het duiken ‘op de knieën’ wel veel in de praktijk. Ik vermoed dat dit vooral komt vanuit het oogpunt van veiligheid. Duiken vanaf de knieën gebeurt al in water dat 1.20 of 1.40 diep is. Als kinderen daar gaan duiken en te diep naar de bodem gaan, is dit gevaarlijk. Je wilt niet dat kinderen met het hoofd op de bodem terecht komen, daarom is het veiliger om te duiken vanaf de knieën. Je komt minder diep, vooral ook omdat je niet goed kunt afzetten. Ik zou er zelf voor kiezen om daar (nog) niet te duiken of dit later op te pakken. Geef je alleen zwemles in 1.40 diep water, is het een alternatief om zittend te duiken vanaf de kant. Dan oefen je om ‘het hoofd als stuur’ te gebruiken. En dat heb je nodig om veilig vanuit stand te kunnen duiken.

Steeds helpen

Ik hou ook niet van ‘steeds helpen’. Dat zie je bij ouders, maar ook bij lesgevers. Kinderen die aarzelen bij het springen, krijgen een hand toegestoken. Als dat een paar keer achter elkaar gebeurt, ontstaat een soort ‘aangeleerde hulpeloosheid’: ik spring alleen als jij me helpt (want anders kan ik het niet). Als een kind vraagt om hulp, vind ik dat geen enkel probleem. Maar het is ook belangrijk om het kind daarna weer ‘los te laten’.

Ik vind het ook lastig om te zien dat ouders en lesgevers zich gedragen als ‘curlingouders’ of ‘curlinglesgevers’. Vanuit de beste bedoelingen behoeden ze kinderen voor negatieve ervaringen. Zo vangen ouders kinderen tijdens het springen in het water al op voordat het kind in het water terecht komt. Ik begrijp het dilemma: je weet als ouders of lesgever dat er iets gaat gebeuren wat kinderen misschien niet zo leuk vinden (bijvoorbeeld onder water gaan). Door voorzichtigheid in begeleiding of opdrachten die worden gegeven, probeer je dit te voorkomen.

Je hebt vallen nodig om weer op te staan

Ik zie het ook bij lesgevers die bang zijn dat er iets (onveiligs) gebeurt in de zwemles. Bijvoorbeeld dat kinderen (om) vallen en met moeite weer kunnen opstaan. Ook dat is begrijpelijk. Maar het tegenstrijdige is: een kind heeft dat vallen nodig om te leren. En dat gebeurt sneller als je kinderen hun gang laat gaan. Je moet niet te snel in de hulpstand gaan staan. Het is wel belangrijk dat je in de buurt bent, voor het geval het écht nodig is.

Mocht er iets gebeuren en het kind is verward of geschrokken, dan is het belangrijk om rustig te reageren. Je herkent vast wel dat je soms schrikt als er iets gebeurt. Juist die schrik van ons zorgt ervoor dat een kind zich realiseert dat er iets ‘niet leuks’ is gebeurd. En dat is dan de aanleiding om te gaan huilen. Een rustige reactie van ons, zoals vragen stellen (hé, dat had je nog nooit gedaan, vreemd he? Schrok je? Loop maar weer snel naar de overkan.) of afleiden draagt bij aan een rustige reactie van het kind.

Nog een paar voorbeelden

Nog een paar voorbeelden die ik bij ‘not-done’ kan zetten:

  • Heel veel hulpmiddelen tegelijkertijd gebruiken. Bijvoorbeeld als je werkt met een pakje en dan ook nog een flexibeam geven. Dat is teveel van het goede.
  • Kinderen in het diepe laten springen terwijl ze nog niet onder water durven te gaan. Doe je dat, dan ontkom je niet aan de ‘help-stand’ zoals hiervoor al beschreven.
  • Kinderen drie tellen uit laten drijven bij de schoolslag. Dat is eigenlijk niet te doen. De meeste kinderen zullen dan stilliggen. Laatst zag ik een jongetje die heel erg zijn best deed. Hij dreef heel lang uit, lag stil en wiebelde toen even met zijn benen. Dat is begrijpelijk, want hij lag stil en zijn benen gingen zakken. Hij corrigeerde met zijn benen het evenwicht. Lesgevers hebben dit liever niet en geven dáár dan feedback op. Ik zeg: laat het kind gewoon zelf kiezen hoe lang het wil uitdrijven.
  • 1 rijtje kinderen laten wachten voor het gat in het zeil. Het lesgeefrendement schiet daarmee omlaag. Leren doe je door te doen. Maak twee of drie rijtjes en laat kinderen bij die ander twee rijtjes duiken en onderwater zwemmen. Dan zijn ze in ieder geval met hetzelfde bezig én ze herhalen die opdracht vaker.
  • Kinderen de hele les met schoentjes aan laten zwemmen. Onder het mom van ‘dan voelen ze hun voeten beter en ook dat ze tegen het water moeten duwen’. Maar we vergeten dan volgens mij dat het veel lastiger is om met schoentjes te stuwen en dus vooruit te komen in het water. Kinderen gaan door de schoentjes wel voelen waar hun benen en voeten zitten. Maar ze houden dat niet heel lang vol. En dan hebben de schoentjes dus niet het effect van een beter school en dat ze

Ik kan nog wel even doorgaan met bedenken, maar mijn not-dones worden steeds ‘minder erg’. Niet alles weegt voor mij even zwaar.  Maar heb jij misschien iets wat je eigenlijk liever niet ziet of ‘not-done’ vindt? Ik ben benieuwd!

LAAT EEN REACTIE ACHTER

0