Het zat er wel in dat het een keer zou gebeuren. Zoveel water in ons dorp en dan als hobby vissen. Dus ja, op een woensdag kwam mijn zoon drijfnat thuis. Hij was voorover in de sloot gevallen. Even de aandacht te veel op de vissen gericht. Ik vroeg hem of hij bang was geweest. Hij keek me bijna verontwaardigd aan. Bang? Nee! Maar hij was wel geschrokken. Gelukkig heeft hij zwemmen geleerd.
Zwemles is voor de meesten van ons vanzelfsprekend. In ons land is er altijd een kans dat je kind onverwacht in een sloot of vijver valt. Leren zwemmen hoort daarom voor de meesten van ons bij de opvoeding. Het zou mooi zijn als je kind zwemles ‘leuk’ vindt. Leren gaat zoveel gemakkelijker als het leuk is. Als het leuk is wil je meer en verder!
Plezier
Plezier wordt door verschillende factoren beïnvloed. Het is heel belangrijk dat je dingen doet die lukken. Het ervaren van succes stimuleert het zelfvertrouwen en de motivatie. Een zwemles wordt ook leuker als je zelf mag meebeslissen wat je gaat doen. Het gevoel dat je het samen doet is prettig, maar helemaal zelfstandig bepalen wat je gaat doen is ook heel leuk. Veel kinderen vinden het leuk om te weten waarom ze iets moeten leren in het zwembad. Uitleg geven over verschillende onderdelen kan het plezier en de motivatie daarom flink verhogen.
Ook jouw haren worden nat
Als je met je kind gaat zwemmen, bijvoorbeeld om te oefenen, kun je op veel manieren het plezier van je kind beïnvloeden. Samen (leren) zwemmen is vooral leuk als je het echt sámen doet. Probeer daarom zelf mee te doen. Kies voor spelletjes waar jij zelf ook een rol in kunt spelen:
Ga mee onder water
Doe ook wat je kind doet
Vertel wat jij moeilijk vindt
Vraag je kind wat hij of zij moeilijk vindt.
Geef je kind het initiatief
Samen zwemmen is leuker als je kind dingen mag doen die lukken. Laat daarom je kind zoveel mogelijk zelf bepalen wat hij gaat doen. Geef je kind het initiatief en kijk dan waar voor jouw kind de uitdaging ligt.
‘Laat eens zien wat allemaal al kunt!’
‘Wat zullen we vandaag gaan doen?’
‘Jouw juf zei dat je vooral onder water moet oefenen. Zullen we om de beurt een spelletje bedenken?’