Vanavond heb ik eindelijk weer eens gezwommen. In de sloot voor ons huis. Ik was benieuwd of het nog zou lukken en ik het kon volhouden. Het viel me mee, denk dat ik bijna 2 kilometer heb gezwommen. Maar wat ben ik toch blij dat ik de schoolslag vroeger heb geleerd! Want 2 kilometer borstcrawl zwemmen was me echt niet gelukt. Dat moet ik weer opbouwen de komende weken.
Schoolslag
De schoolslag is in Nederland een zwemslag die hoort bij onze cultuur. Als we de slag goed uitvoeren kunnen we met relatief weinig energie vooruitkomen. En we kunnen deze zwemslag ook langer volhouden dan bijvoorbeeld de rug- en borstcrawl. De schoolslag is daarom een typische ‘overlevingsslag’.
Wanneer zwem je de schoolslag eigenlijk ‘goed’? Vanuit de theorie heeft iedere zwemslag een optimale uitvoering. De weerstand in het water is dan zo laag mogelijk en de voortstuwing die kan worden bereikt is dan zo hoog mogelijk.
Weerstand
Weerstand in het water wordt vooral beïnvloed door de ligging en de ‘rust’ waarmee een zwemslag wordt uitgevoerd.
- Een horizontale ligging levert minder (frontale) weerstand op. Dit wordt o.a. bevorderd door een betere ‘stroomlijn’ (je ligt dan gestrekt in het water, armen voor het lichaam en benen gestrekt naast elkaar), als je het gezicht in (of vlakbij) het water hebt en meer voorwaartse snelheid.
- Een ‘rustige’ stabiele ligging zorgt voor een betere stroomlijn, het water kan dan mooi langs het lichaam stromen. Een onrustige uitvoering van een zwemslag, bijvoorbeeld omdat de zwemmer het lastig vindt om z’n evenwicht te bewaren, zorgt voor veel draaien en levert vaak veel ‘golven’ op. Je kunt dit vaak ook heel goed horen (‘klotsen’).
Stuwing
Stuwing wordt voor een groot deel beïnvloed door het ‘watergevoel’. Iemand met een goed ontwikkeld watergevoel weet wat stuwvlakken zijn en hoe je ze kunt gebruiken (handen, voeten, armen, benen). Hij of zij heeft ‘grip’ op het water en kan met de stuwvlakken stilstaand water vinden en zich hiertegen afzetten. Hierdoor kan op een natuurlijke manier het evenwicht in water worden bewaard en kan iemand efficiënt en gemakkelijker ‘vooruit komen in het water’. Zwemtechnieken zijn afgestemd op het optimaal gebruiken van je stuwvlakken, zodat je per slag het meest vooruit komt.
Een goede schoolslag?
Een goede uitvoering van een techniek levert dus voldoende stuwing op en zo weinig mogelijk weerstand. Belangrijke kenmerken van een goede schoolslag zijn:
- het ritme van de slag, de arm- en beenbeweging zijn goed op elkaar afgestemd, er is steeds stuwing en de bewegingen remmen elkaar niet af
- de ligging is zo horizontaal mogelijk, de zwemmer kijkt bij voorkeur ‘naar voren’ en niet naar het plafond
- er is sprake van een ‘uitdrijfmoment’, er is dan voorwaartse snelheid. Dit is het rustmoment in de schoolslag. Een zwemmer kan en durft dit uitdrijven alleen ‘lang’ te doen als er voldoende stuwing wordt bereikt (vooral door de beenslag)
- de beweging wordt symmetrisch uitgevoerd, beide armen en benen maken gelijktijdig dezelfde beweging. De kans dat dit goed gebeurt is groter als de zwemmer ‘rustig’ ligt en niet te veel ‘draait’.
Tijdens het leren zwemmen ligt vaak een groot accent op de ‘juiste voetenstand’. De voeten zijn belangrijke stukvlakken. Een goed gebruik van de voeten zorgt voor meer stuwing. Een kind met een goed watergevoel ‘voelt’ dit vaak heel goed aan en komt (daardoor) vaak heel goed vooruit.
Wat kun je hiermee?
De schoolslag is een techniek die best lastig is. Als ouder kun je je beter niet met het aanleren van die techniek bemoeien. De kans is aanwezig dat je je kind iets aanleert wat niet helemaal goed of efficiënt is. De zwemlesgever moet dit dan weer corrigeren en dat komt het zwemplezier niet ten goede. Wat kun je wel doen?
Watergevoel ontwikkelen
Wanneer je kind nog druk bezig is om de schoolslag te leren, is het het beste dat je tijdens het samen leren zwemmen de schoolslag ‘links laat liggen’. Richt je vooral op het ontwikkelen van het watergevoel en leg de nadruk op verplaatsing: ‘verplaats (in ligging) naar de pion’; ‘kun je nog verder?’ Daag je kind uit met de volgende opdrachten en wissel dit heel vaak af:
- zet af van de kant, probeer vooruit te komen
- probeer vooruit te komen door je voeten te gebruiken
- probeer vooruit te komen door je handen te gebruiken
- probeer zo snel mogelijk vooruit te komen
- probeer afwisselend vooruit te komen met grote en kleine bewegingen
- doe het ook eens onder water
- draai van je rug naar je buik.
Zwemt je kind al (langer) een goede schoolslag? ‘Speel’ dan eens met die slag. Daag je kind eens uit om:
- per baantje één of twee slagen minder te zwemmen
- de schoolslag ook eens onder water te water zwemmen
- naast elkaar in hetzelfde tempo te zwemmen
- jou in te halen (jij zwemt op de rug, kijkt naar je kind dat schoolslag zwemt)
- zo snel mogelijk te zwemmen: wie is het eerst aan de overkant?
- zo langzaam mogelijk te zwemmen: wie is het laatst aan de overkant?
Stroomlijnen
Help je kind om beter te ‘stroomlijnen’ (uitdrijven) en de weerstand kleiner te maken. Je kunt de volgende opdrachten samen uitproberen
- zet af van de kant (in het water) en kijk hoe ver je komt (uitdrijven)
- varieer met de hoofdhouding: kijk naar de bodem, kijk naar voren, kijk om hoog, wanneer kom je verder?
- varieer met de armhouding: naast het lichaam, voor het lichaam, ‘maak je zo lang mogelijk’, wat werkt het beste?
Gebruik materiaal, maak van opdrachten een spelletje. Het leren gaat dan onbewust. Het samen zwemmen wordt dan extra leuk en het effect is optimaal.
-
[…] is als je je met deze zwemslag verplaatst. Is techniek daarvoor heel belangrijk? Nou ja, een ‘goede’ techniek is wel heel handig. Want een ‘goede’ uitvoering zorgt er voor dat zoveel mogelijk […]
LAAT EEN REACTIE ACHTER
Ja schoolslag. Zullen we die ook nog mooi blijven zwemmen met het nieuwe zwemdiploma.
Jazeker wel! Je moet laten zien dat je de techniek onder de knie hebt. En je hebt die ‘mooie’ schoolslag nodig om de afstand vol te kunnen houden.
Het is vooral spannend als je kind net zijn (of haar) zwemdiploma heeft gehaald. Je kind in de gaten houden zonder dat het dit zelf in de gaten heeft 🙂 Het verschil in zwemniveau van de afzwemmers heeft me ook wel erg verbaasd. Zijn er meer mensen die continue aan het hannussen zijn geweest met de vele zwemdopjes die niet blijven zitten met oorontstekingen als gevolg?
Tineke,
Mijn “oude’ zwemdocent vond de samengestelde rugslag toch de beste optie om langdurige prestatirs in alle rust te volbrengen. Nog beter dan schoolslag. Maar t klopt idd dat schoolslag bij onze cultuur hoort. Misschien wel ‘cultureel erfgoed’?
Hallo Arjan,
Ik kan me jouw ‘oude’ zwemdocent wel voorstellen. De samengestelde rugslag is een heerlijke slag, met twee stuw en (uit)drijfmomenten. Wat ik ook weet is dat deze slag soms qua coördinatie lastig is. Heb je het ritme te pakken, dan is het goed. Blijft over het grote voordeel van de schoolslag: je kunt goed om je heen kijken. En ja, schoolslag is cultuur. Cultureel erfgoed, daar kunnen we nog mooie dingen over schrijven!