Ik hoor het vaak: er is te weinig personeel om zwemles te geven. Een advertentie plaatsen levert nauwelijks iets op. De zwemlesgevers zijn er niet of (nog) niet gekwalificeerd. De wachtlijsten voor de zwemlessen zijn aan het groeien en ik heb gehoord dat in een aantal zwembaden zwemlessen niet door konden gaan door een gebrek aan personeel. Wat kunnen we doen? Een brainstorm.
1. Creatief werven van potentiële medewerkers
‘Gewoon’ een advertentie plaatsen via social media biedt te weinig kans op succes. Het lijkt beter om actief op zoek te gaan naar geïnteresseerden. Een aantal mogelijkheden:
- Zoek contact met ROC’s. Hou een enthousiast verhaal, vertel wat je te bieden hebt. Bied leerlingen een mooi vooruitzicht. Een fijne stage, goede begeleiding, een positief leerklimaat. Laat het niet alleen van de school afhangen, denk actief mee. Probeer leerlingen vast te houden, bied zo mogelijk uitzicht op werk.
- Kijk in je eigen netwerk naar enthousiaste mensen die ‘iets hebben’ met zwemmen of het zwembad. Het ligt voor de hand om personeel dat al werkzaam is in de organisatie te vragen. Denk ook aan ouders van kinderen die op zwemles zitten, leden van de zwemvereniging, volgers op Facebook. Peil de mogelijke interesse bij medewerkers van de kinderopvang. Informeer bij uitzendbureaus of eventueel het UWV.
- Zet een advertentie waarin je medewerkers vraagt. Bied ze een opleiding, perspectief op werk (al dan niet met baangarantie) en een regeling om het opleidingsgeld terug te betalen.
2. Op zoek naar moderne opleidingsmogelijkheden
Wanneer je potentiële medewerkers enthousiast hebt gemaakt, is het fijn als ze snel een opleiding kunnen volgen. Traditionele opleidingen sluiten niet meer aan bij de vraag van de arbeidsmarkt. Het duurt lang voordat groepen vol zijn, er is sprake van veel bijeenkomsten, er wordt weinig rekening gehouden met al aanwezige competenties, je moet wachten op startdata en examenmomenten. Gelukkig zijn er alternatieve initiatieven:
- Turbocursussen die bestaan uit trainingsbijeenkomsten in een korte tijd. Daarna aan de slag met de stage en na een half jaar nog een keer terugkomen en dan examen doen.
- Een opleiding opzetten in de regio, samen met andere zwemlesaanbieders en een opleider (opleidingsinstituut). Er zijn op dit moment initiatieven gestart in verschillende regio’s door Swimpy en Hebe training & advies.
- Actief samenwerken met uitzendbureaus of het UWV en een opleidingsinstituut. Als individuele zwemlesaanbieder of met anderen in de regio.
- Potentiële medewerkers individueel laten deelnemen aan een online opleiding. Online lesmateriaal maakt het mogelijk om flexibel en snel op te leiden. Je kunt direct starten. Deelnemers leren in hun eigen tempo en op het eigen niveau. De stage duurt net zo lang als nodig is om zelfstandig goede lessen te geven. Een online opleiding sluit heel goed aan bij de al aanwezige competenties. Begeleiding vindt plaats tijdens live bijeenkomsten, via de telefoon, whats-app en feedback via de mail. Binnenkort start ikzelf met begeleiding via online groepscoaching.
- Bedrijfsscholen beleven een ware heropleving (Volkskrant). Je kunt het opleiden van medewerkers incompany regelen met een opleidingsinstituut. Maar denk dook eens aan het zelf opleiden. Het online lesmateriaal maakt het mogelijk om leerlingen zelfstandig de theorie te laten bestuderen. De begeleiding en praktische ondersteuning kan worden verzorgd door eigen medewerkers die zich graag verder willen ontwikkelen. Opleiden wordt op die manier veel goedkoper. Je kunt als zwemlesaanbieder zelf erkenning als opleidingsinstituut aanvragen. Of het examen organiseren in samenwerking met een opleidingsinstituut.
3. Zwemlesgroepen groter maken
In fabrieken werd en wordt een deel van het werk overgenomen door machines of (in de nabije toekomst?) robots. Hoe kunnen we zoiets in het zwembad realiseren? Kunnen we ook lesgeven met de bestaande lesgevers en een deel van het werk door anderen laten doen? Dan kunnen de groepen groter worden. Stagiairs kunnen werken als assistent en een (deel van de) groep lesgeven. Toezichthouders of ouders kunnen bijspringen en kinderen die zelfstandig oefenen begeleiden. Werken met grotere groepen nodigt uit om na te denken over andere manieren van zwemles geven
.
4. Zwemles anders organiseren
In het onderwijs wordt al langer gekeken naar het anders organiseren van onderwijs en het zoeken van nieuwe onderwijsvormen. Er wordt geëxperimenteerd met uitonderwijs, niveauoverstijgend werken en leerpleinen. Een voorbeeld is dat er klassikaal instructie wordt gegeven en leerlingen daarna zelfstandig gaan werken. Dit kan ook worden toegepast in de zwemlessen.
- De zwemlesgever geeft klassikale instructie, kinderen gaan aansluitend zelfstandig werken en krijgen individueel feedback. Indien gewenst wordt een extra toezichthouder ingezet voor de veiligheid.
- Er wordt een circuit opgezet, waarbij afwisselend wordt geoefend en aangeleerd (fase 2 van het motorisch leerproces) en geëxperimenteerd of toegepast. Bij sommige stations is de lesgever nodig, bij andere stations werken de kinderen zelfstandig.
- Op deze manier kunnen ook meerdere niveaus worden samengevoegd. Kinderen volgen de onderdelen van het circuit die voor hen nodig zijn.
- Maak meerdere lesgevers verantwoordelijk voor een grote groep kinderen en geef hen een rol in een groot lesgeefcircuit.
- Materialen zoals stuurkaarten en iPads met filmpjes zijn bij al deze ideeën ondersteunend en stimulerend.
5. Nieuwe verdienmodellen zoeken
Alle voorgaande ideeën gaan uit van de centrale, onmisbare, rol van de zwemlesgever. Die lesgever is in dienst van het zwembad. De afgelopen jaren komt het al heel veel voor dat ZZP-ers zwemles geven voor hun eigen zwemschool. Ze huren het zwembad en zorgen daardoor voor een vaste bron aan inkomsten. Zijn er nog andere mogelijkheden om zwemles te organiseren en toch voldoende geld om te zetten? Groot voordeel is dat leren zwemmen hoe dan ook in het zwembad moet plaatsvinden. Waar zijn de kwaliteiten van de zwemlesgever echt nodig? Kunnen bepaalde onderdelen van het leren ook worden ‘uitbesteed’? Een paar ideeën voor de toekomst:
- Zet beschikbare lesgevers in waar ze nodig zijn. Laat deze inzet afhangen van de wensen van ouders. Laat ouders zelf een programma samenstellen. Zorg voor een flexibel aanbod.
- Stel het zwembad op bepaalde tijden beschikbaar voor zwemles. Hier kunnen ouders met kinderen zwemmen. Geef de ouders instructie, maak gebruik van materialen en stuurkaarten en laat ouders zelfstandig met de kinderen oefenen. Eventueel in zelfgemaakte groepjes.
- Organiseer volgens een bepaald schema tijdens deze lestijden ‘zwemlesclinics’. Bijvoorbeeld gericht op een van de zwemslagen of een andere lastig onderdeel. Zie dit als instructiemoment en laat ouders daarna weer zelfstandig oefenen.
- Introduceer de ‘personal zwemlesgever’. Ouders kunnen assistentie inroepen als het nodig is. Dit kan ook een ZZP-er zijn die wordt ingehuurd. Zorg voor digitaal inschrijven.
- Introduceer een tijdschema met testmomenten om te bepalen of een kind al over mag naar een volgend niveau.
- Maak gebruik van boeken of online programma’s voor ouders zodat ze zelf zwemles kunnen geven.
- Denk goed na over de betaling voor alle losse diensten en zoek naar een goed verdienmodel.
Welk idee spreekt je het meeste aan om het tekort aan zwemlesgevers aan te passen? Of heb je zelf nog andere ideeën?
Ik ben benieuwd naar je reactie!
Titeke Postma inspireert en vernieuwt. Ze zet je op een originele, creatieve en eigenzinnige manier aan het denken over het leuk(er) maken van bewegen, letterlijk en figuurlijk. Zodat bewegers ‘in beweging komen’, met plezier veranderen en bewegen en daardoor blijven bewegen.