‘Hij wil gewoon niet meedoen! Als ik hem niet steeds in de gaten hou, loopt hij gewoon weg. Wat kan ik doen?’ Dat was één van de lastige situaties die tijdens een (incompany)training die ik onlangs verzorgde voorbij kwam. Mijn eerste reactie was: ‘Heb je ook gevraagd wat hij wel zou willen doen?’ Dat leverde een ietwat verbaasd gezicht op en een stellige mening die ik wel vaker hoor: ‘Nou, dan wil hij gewoon naar mama toe’.
Frustratie
Waarom gedraagt iemand zich zoals hij zich gedraagt? Als we daar achter kunnen komen, weten we wat we kunnen doen om iemand mee te krijgen in gedrag dat we (als begeleiders) graag willen zien. Vaak denken we dat we het wel weten. Maar leidt onze oplossing toch niet tot het gewenste resultaat. Dat levert frustratie op. En vaak wordt de ‘schuld’ (grotendeels) bij de ander neergelegd: ‘De kinderen van tegenwoordig zijn zo moeilijk!’
Zoeken naar intrinsieke motivatie
Bij zo’n vraag over het ‘wegloopjongetje’ weet ook ik het antwoord niet. Dat zou wel heel fijn zijn, maar zo werkt het niet. Ik kan alleen maar meedenken en ideeën aandragen. De insteek die ik daarvoor gebruik is nadenken over motivatie. Uitgangspunt is de ‘selfdetermination theory’ van Deci & Ryan. Ik ga ervan uit dat je als lesgever, maar ook als leidinggevende, probeert degenen waarmee je werkt ‘intrinsiek te motiveren’. Je sluit dan aan bij de persoonlijke behoeften. En biedt de leerling of medewerker de gelegenheid om te doen wat hij graag wil, op de manier die bij hem past. Gewoon omdat hij het interessant en plezierig vindt. Vanuit de intrinsieke motivatie begeleid je dan verder in de richting van het gewenste gedrag.
Wie wel eens een training van mij heeft gevolgd weet dat ik deze theorie niet ‘droog’ vertel. Tenslotte moet ook ík aansluiten bij de intrinsieke motivatie van mijn deelnemers! Daarom leert iedereen van mij de beginselen van Kendama. Ik laat mijn deelnemers ervaren en experimenteren en vraag achteraf: Vond je het leuk?’
Het levert soms hilarische taferelen op. In de training met het ‘wegloopjongetje’ had ik ongelooflijk veel geluk. Eén van de deelnemers pakte de Kendama, gooide het balletje een paar keer omhoog, kreeg het op een vlakje, zette het speelgoed op de tafel, pakte zijn telefoon en liep daarna de ruimte uit. Ik stond erbij en keek ernaar: ‘Zien jullie wat er gebeurt? Hier loopt ook iemand weg’.
Doelgerichtheid
Het grootste deel van mijn deelnemers vond het Kendama-intermezzo leuk. Waarom? Omdat het ‘iets nieuws’ was, een uitdaging, er meerdere mogelijkheden waren, er iets ontdekt kon worden en ‘het lukte’. Mijn ‘wegloopdeelnemer’ vond het niet leuk. Zijn reactie? ‘Ik zie er het nut niet van in. Het balletje ligt op het vlakje, nou èn?’ Ik probeerde nog: ‘Zou je het balletje niet op de pin willen krijgen?’ Hij keek me bijna hoofdschuddend aan. Waar de ene persoon graag nog even door wil gaan met iets, ziet de ander absoluut het doel niet en houdt er daarom gewoon mee op. Zelfs als hij weet dat het eigenlijk niet hoort of mag.
Misschien is dat ook wel de reden dat het ‘wegloopjongetje’ wegloopt. Omdat hij het nut van leren zwemmen niet ziet, niet weet waarom hij het zou moeten leren. En daarom zwemmen helemaal niet leuk vindt. Omdat jij het ziet als iets dat moet. Of omdat het zo hoort. Of omdat een ander het zegt. En hij er zelf helemaal niet bij betrokken wordt. En het daarom stom vindt.
Uitdaging
En ja, er kunnen ook nog andere redenen zijn om weg te lopen. Misschien is de opdracht te moeilijk, kost het heel veel energie, is het kind bang om fouten te maken en loopt het daarom liever weg. Het is een hele klus om achter de reden voor bepaald gedrag te komen. Het is een uitdaging, maar zeker de moeite waard!
Als je het weet kun je erbij aansluiten en/of rekening mee houden. Dan kun je uitleggen dat je als je (beter) leert zwemmen van de glijbaan mag. Dat je met een zwemdiploma mee kan naar zwemfeestjes. Of in de sloot mag zwemmen met je vriendjes of mee kan doen met waterpolo. Mijn ‘wegloopdeelnemer’ liet zich niet verleiden door het feit dat je met Kendama wereldkampioen kunt worden, Kendama is aan hem niet besteed. Maar gelukkig was hij wel intrinsiek betrokken bij de training.