InspiratieCD dag 18: Zullen we het aanleren van de schoolslag uitstellen?

 In angst, Inspiratie, Leren, Plezier, Schoolslag, Veiligheid, Verbondenheid

Ik ga nog even verder met het onderwerp van gister. Onderdeel van een zwemlesmethode is wat mij betreft ook de vraag in welke volgorde je de zwemslagen wilt aanleren. Met de invoering van het Zwem-ABC en de watergewenning, leek het logisch om daarna te beginnen met een zwemslag op de rug. Ik denk dat dit in heel veel zwembad inderdaad ook wordt gedaan.

Voordeel watergewenning

In de watergewenning leren kinderen om te wennen aan de zwembadomgeving en het water. De basis voor ‘vooruitkomen in het water’ en ‘boven blijven’ wordt gelegd. En dat levert een gevoel van vertrouwen op. Het gaat vooral om het ontwikkelen van watergevoel en het ontdekken van stuwing. Kinderen doen dat vaak in de vorm van iets dat lijkt op rugcrawl- en borstcrawlbeenslag. Dat gaat het gemakkelijkste. En als ze dan ook nog de handen mogen gebruiken, kunnen ze zich al best goed verplaatsen in het water. Het gaat, wat mijn betreft, in de watergewenning niet om een technisch goede uitvoering van de beenslag. Dat komt later wel.

Beginnen met enkelvoudige rugslag

Beginnen met de enkelvoudige rugslag heeft duidelijke voordelen. De rugligging is stabiel, de ademhaling is vrij, de ligging wordt door de ademhaling niet beïnvloed. De technische uitvoering is relatief simpel. Het gaat alleen om de beenslag. Er is daardoor een grote kans op snel succes. En dat bevordert het plezier in het leren. En meer plezier zorgt ook uiteindelijk voor een sneller leerproces. Tot slot is een enkelvoudige rugslag met voldoende stuwing ook de basis voor een goede schoolslag. Als je de rugslag goed beheerst, dus voldoende stuwing uit de beenbeweging kunt halen, lukt het leren van de schoolslag gemakkelijker en sneller. En dat zorgt dan weer voor succes en plezier.

Motorische ontwikkeling van kinderen

We zien tijdens de zwemlessen dat de motorische ontwikkeling van jonge kinderen minder ver is dan tien jaar geleden. Kinderen bewegen veel minder, dus de basis van hun ervaringen is veel smaller dan 10 – 15 jaar geleden het geval was. Je kunt zeggen dat bepaalde ervaringen nog missen, het netwerk in het brein is nog niet zo groot en uitgebreid. Het wordt daarom steeds lastiger voor kinderen om een zwemslag technisch goed uit te voeren. Er is meer tijd nodig om een zwemslag ‘te ontdekken’. De uitvoering zal eerst ‘globaal’ worden uitgevoerd, de verfijning en coördinatie kost tijd. En die tijd wordt langer naarmate kinderen minder bewegingservaringen hebben.

Reflexen

Dat betekent niet dat je kinderen niet kunt leren zwemmen. Je moet er wel rekening mee houden dat de bewegingen nog minder gecoördineerd zijn. Sommige mensen vinden dit zorgelijk. Ze kijken daarbij vooral naar wat een kind nog niet kan. Ze kijken ook naar bepaalde reflexen die nog zichtbaar zijn in het bewegen. Reflexen zijn bewegingen die spontaan optreden. We hebben ze in ons systeem om ons te kunnen redden in de beginperiode van ons leven. Door bewegingservaring zullen deze reflexen worden ‘opgenomen’ in het bewuste bewegingspatroon. Een reflexbeweging gebeurt onbewust, meestal als een reactie op iets wat er in de omgeving gebeurt. Door die interactie met de omgeving krijgt zo’n reflex betekenis.

Een voorbeeld is dat baby’s een grijpreflex hebben. Wanneer ze druk in de handpalm voelen, sluiten ze hun hand. Ze pakken dan bijvoorbeeld de vinger van hun vader of moeder vast. Dit gegeven kun je gebruiken bij babyzwemmen. Door kinderen ‘aan de vingers van ouders te laten hangen’. Veel ouders vinden dit spannend, maar als de ouders het kind de ruimte geven om te ervaren dat ze zich door die reflex zelfstandig vast kunnen houden, dan wordt die reflex opgenomen in het normale bewegingspatroon.

Reflexintegratie

Reflexen helpen ons om ons staande te houden in bepaalde situaties. Als we achterover vallen, strekken we beide armen naar achter. Dat kan ons op hoge leeftijd ook nog van pas komen. In stressvolle, angstige situaties is de kans groter dat reflexen zichtbaar zijn. Er zijn mensen die zeggen dat reflexen eerst geïntegreerd moeten worden, voordat een kind verder kan leren. Als reflexen nog zichtbaar zijn, wordt dat als ‘niet goed’ gezien. Daarom krijgen kinderen dan speciale oefeningen die ze moeten uitvoeren, in de hoop dat de reflexen afnemen of weggaan. Er is een soort veronderstelling dat die oefeningen helpen om de hersenen te “herprogrammeren”. Zodat de reflexen verdwijnen (worden geintegreerd). Ik ben hier geen voorstander van.

Ontwikkelen van veiligheid en vertrouwen

Ik geloof dat kinderen zich het sterkst ontwikkelen in uitnodigende omgevingen waarin ze naar eigen keuze en in eigen tempo kunnen spelen en bewegen. Daarbij is het een voorwaarde dat ze zich sociaal-emotioneel veilig voelen. Hierdoor ontstaat (zelf) vertrouwen en kan het kind binnen zijn eigen grenzen zijn volgende stap in de ontwikkeling maken. De dynamische systeemtheorie laat zien dat bewegingen ontstaan uit het samenspel tussen de persoon, de omgeving en de taak. Wanneer reflexen zichtbaar zijn in het bewegen, is de kans heel groot dat het kind zich níet veilig voelt. Reflexen treden immers op als het nodig is, als je het zelf niet meer (bewust) kunt regelen.

Werken aan oorzaak

Ik denk dat reflexen ons veel informatie geven hoe het met het kind gaat. Onze reactie zou gericht moeten zijn op de relatie met het kind en het creëren van verbinding en vertrouwen. Specifieke bewegingen maken en/ of fysiotherapie helpen volgens mij niet. Ze zijn meer symptoombestrijding en vaak niet speels en kindgericht. Door te werken aan de oorzaak (meer vertrouwen ontwikkelen bij het kind, wat resulteert in een groter gevoel van competentie), zullen reflexbewegingen minder nodig zijn. En kan het kind op zijn eigen tempo (verder) ontwikkelen.

Gevolgen voor het leren zwemmen

Voor ons als lesgevers is het lastig om te accepteren dat kinderen nog niet zo ver zijn dat ze alles al op kunnen pakken in de zwemles. We streven traditioneel naar een goede uitvoering van technieken. En je wilt niet dat het leerproces te lang gaat duren. Ik merk dat veel lesgevers ‘ongeduldig’ worden, met als reactie dat ze niet te lang willen wachten met het aanleren van de schoolslag. Die zwemslag is immers moeilijk, daarom kun je er niet snel genoeg mee beginnen.

Dat is de gedachte. Maar je kunt ook zeggen: ‘de kinderen zitten nog volop in hun motorische ontwikkeling en zijn gewoon nog niet toe aan de technieken’. Ik kan me voorstellen dat we daarom de schoolslag juist gaan uitstellen.

Langzamer, even snel of sneller?

Stel je voor dat kinderen 12 maanden over het halen van het A-diploma doen. Dan kun je ervoor kiezen om pas in de 9e of 10e maand de schoolslag te introduceren. In de maanden ervoor hebben kinderen een brede basis voor het bewegen in water ontwikkeld. Ze zijn ouder, hebben meer algemene motorische ervaring omdat ze inmiddels wat ouder zijn. Daardoor is de kans dat ze de schoolslag ‘zomaar’ op zullen pakken, groter.

Ik geloof hier wel in, ik zie het in de toekomst wel gebeuren, ik zou het wel aandurven. Na de enkelvoudige rugslag de borst- en rugcrawl aanbieden en verder gaan met duiken, onder water zwemmen en oriënteren. En daarna pas verder gaan met het aanleren van de schoolslag. Ik denk dat het totale leerproces niet langer zal duren. De kans op succes en plezier wordt groter. En dáárdoor gaat het leerproces misschien wel sneller!

Wat vind jij? Durf jij het aan om het aanleren van de schoolslag uit te stellen?

LAAT EEN REACTIE ACHTER

0