Week van de schoolslag 5: Route herberekenen, samen op ontdekkingstocht in de schoolslag

 In Inspiratie, Leren, Schoolslag, Zwemles, Zwemmen

Na een paar dagen vertellen, heb ik wel zin in het beantwoorden van vragen die deze week zijn binnengekomen. Op zoek naar oplossingen om fouten, die we geen fouten meer willen noemen, te verbeteren. Daarvoor probeer ik de informatie uit de afgelopen blogs toe te passen. Ik zeg niet dat ik dé oplossing geef. Want voor alle tips en opdrachten die je kinderen gaat geven geldt dat je nooit kunt voorspellen hoe kinderen er mee aan de slag gaan.

Googlemaps

Zoals ik eerder deze week al zei, lesgeven is misschien wel één grote ontdekkingsreis: je weet waar je naar toe wilt en welke richting je uitgaat, maar je komt onderweg van alles tegen. Je bent een soort ‘googlemaps’ of ‘tomtom’. Bij obstakels en files moet je steeds opnieuw je route bepalen. En dan denk je de kortste of snelste weg te hebben gevonden, maar blijkt dat de ‘weg is afgesloten’ of er ‘schapen over de weg lopen’. Zodat je opnieuw op zoek moet naar een alternatief. Laten we die zoektocht samen maken!

Wat doe je als de combinatie niet lukt en de voeten blijven ‘flapperen’?

Bij deze vraag over voeten die flapperen werd ook aangegeven dat het gevolg van het flapperen is dat de armslag niet goed lukt of maar over een korte afstand. Ik denk dat hier sprake is van te weinig stuwing in de benen. Wat zou de oorzaak kunnen zijn? Ik zou zelf eerst kijken of de enkelvoudige rugslag (ERS) al goed wordt gezwommen. En dan let ik speciaal op de stuwing. Er zijn kinderen die prachtig ERS zwemmen, maar niet echt vooruit komen. Ze hebben dan nog te weinig watergevoel.

Watergevoel verbeteren

Als ik tot die conclusie kom, dan zou ik met het kind gaan variëren in de ERS. Mijn doel is om het watergevoel te verbeteren, dus ik geef oefeningen zoals ‘zwem heel snel’, ‘zwem als Max Verstappen’, ‘zwem drie slagen langzaam en dan drie snel’. Ik let dan niet op de uitvoering. Voor mij gaat het kind door in het leerproces en weer aan de slag in fase 1 van het (nieuwe) motorische leerproces. En dat betekent ervaren en experimenteren, dus variatie.

Bij de variatie hoort ook ‘werken aan een langzame contrabeweging en een snelle stuwbeweging’. Je kunt dit voordoen. Je kunt het ritme ondersteunen door ‘langzaam-snél’. Ik ga hierbij uit van een beweging in 2 delen: contra-stuwen. Het zal de beweging die lijkt op de twee-takt stimuleren. Ik maak daar geen punt van. Voor mij gaat het erom dat het kind gaat ontdekken hoe hij kan stuwen met de beenslag.

Beenslagvariaties

Wanneer de ERS genoeg stuwing geeft, zou ik nog even meer gaan oefenen in buikligging. Ik gebruik daar dan geen plankje of flexibeam voor. Ik zou kinderen onder water door een hoepel of zeil of onder een mat laten zwemmen met de beenslag op de buik. Door deze oefening wordt het kind uitgenodigd om zich te verplaatsen. Het gaat zelf ontdekken hoe het dat op kan lossen. Ik laat dat ontdekkingsproces ‘gebeuren’, het is een mooie oefening om zelfstandig te laten doen. In dezelfde of de volgende les ga ik dan weer de combinatieschoolslag voordoen. En daar laat ik ook mee experimenteren. Ik voorspel dat watertrappen en korte afwisseling met ERS en schoolslag helpt om te gaan snappen dat je wel iets moet doen met die benen.

Uitleggen

Ik ben zelf niet zo van het precies uitleggen van de combinatie etc. Maar ik denk dat je als lesgever zeker wel dingen kan vertellen. Kijk gewoon heel goed wat een kind met jouw informatie doet. Als het niet echt iets oplevert, dan moet je op zoek naar het alternatief. Je zou kunnen zeggen dat ze rondjes met de benen moeten maken. Of een ander woord gebruiken. Leg het accent op de benen, maar laat kinderen wel de armslag maken. En maak de afstand niet te lang. Werk je in het diepe? Laat ze dan draaien naar de rug en met ERS verder zwemmen.

Flexibeam

Ik weet dat veel lesgevers ervoor zullen kiezen om kinderen te ondersteunen met een hulpmiddel. Bijvoorbeeld een flexibeam onder de oksels, zodat er meer rust in de ligging is en het kind zich meer kan concentreren op de (arm- en) beenbeweging. Ik begrijp dat wel. En ik denk dat het voor sommige kinderen ook heel prettig is en werkt. Maar het is wel een heel expliciete manier. Kinderen leren misschien wel om de combinatie goed te maken. Maar als we de flexibeam weghalen, dan moeten ze weer heel erg hun best doen om zelf het evenwicht te vinden. En dat betekent weer opnieuw experimenteren. Als we dat kunnen accepteren als onderdeel van het leerproces, dan is het prima. Je zou het gebruik van een hulpmiddel kunnen zien als een variatie in het leerproces. Met een flexibeam oefenen draagt bij aan een brede bewegingservaring. Wat dan wel heel erg belangrijk is, is dat je het ook zonder de flexibeam oefent. Variatie in de les dus.

Zwempakje

Werk je met pakjes, zoals de Easyswim? Dan vind ik het een ‘no-go’ om nog een flexibeam te gebruiken. Dat voegt in mijn ogen niks toe. Een pakje geeft een kind juist de gelegenheid om ‘vrij’ met de combinatie te experimenteren. Met een flexibeam erbij ‘lanceer’ je het kind als het ware, door de extra opwaartse kracht. Samen met het pakje wordt het evenwicht enorm labiel. Dat zal niet bijdragen aan betere beenslagen en combinaties. Het is wel variatie, maar of dit je dichter bij je doel zal brengen? Ik denk het niet.

Kurkje

Gebruik je een kurkje? Dat zorgt dan voor een horizontale ligging en daarmee voor rust om de combinatie te oefenen. Ook hiervoor geldt dat dit voornamelijk een expliciete intentie heeft. Met een kurk zullen kinderen nauwelijks voelen dat ze zélf iets moeten doen om zakken te voorkomen (dus te stuwen). Het kurkje voorkomt dat kinderen draaien om de breedteas. En juist dát is wel van belang. Wil je het wel gebruiken? Wissel het dan af met zwemmen zonder de kurk.

Voordeel van impliciet leren

Variatie is een belangrijk kenmerk van impliciet leren. Dat geeft ons als lesgevers heel veel mogelijkheden. Er is geen goed of fout. We kunnen kinderen op veel manieren aan de slag laten gaan met de schoolslag. Kijk wat je al doet en kijk wat je anders kunt doen. Onze uitdaging blijft dat we moeten vertrouwen op het proces.

Morgen weer een nieuwe vraag! En de week is nog niet voorbij, dus je mag nog meer vragen stellen!

LAAT EEN REACTIE ACHTER

0