Week van de schoolslag 6: beter leren zwemmen

 In Inspiratie, Leren, Motivatie, Schoolslag, Zwemles, Zwemmen

De week van de schoolslag nadert bijna zijn einde. Ik ga nog even een dagje door met vragen beantwoorden. Vandaag staan vragen die je iets verder in het leerproces tegenkomt centraal. Zoals eerder al genoemd, bestaat het motorisch leerproces uit drie fasen. Als kinderen te lang een bepaalde uitvoering herhalen, dan wordt die uitvoering geautomatiseerd. Wat kun je doen om verkeerd geleerde vaardigheden af te leren? En hoe kun je ervoor zorgen dat kinderen de ‘goede, geautomatiseerde uitvoering’ lang genoeg volhouden? En geen gekke , ‘foute’ oplossingen gaan bedenken om vooruit te komen?

Variatie

Variatie kan voorkomen dat vaardigheden op een verkeerde manier worden geautomatiseerd. Door bewegingen systematisch te variëren ontstaan flexibele motorische beweegoplossingen. De beweging wordt er ‘steviger’ door: een kind kan zijn beweging aanpassen aan verschillende omstandigheden of vragen. Door de variatie ontstaat dus niet slechts één uitvoering.

Variatie kan er ook voor zorgen dat er ‘verder wordt geleerd’. Dit speelt zich dan af in fase 3 van het leerproces. Door veranderingen in de uitvoering van de beweging of de leersituatie komt een kind opnieuw in een fase 1. Dat is dan ervaren en experimenteren in de nieuwe omstandigheden, of met de nieuwe vaardigheid.

Buikplakken

Ik kreeg een vraag van iemand die vroeg: hoe kan ik ‘buikplakken’ verbeteren: armen gaan richting de buik en de knieën onder de buik. Mijn eerste reactie toen ik het las was: ‘gewoon terug naar de enkelvoudige rugslag (ERS) en daar gaan variëren. Maar ik leg het uit vanuit de schoolslag. Ik denk dat kinderen die ‘buikplakken’, de benen onder de buik trekken (bij de ERS dus de knieën uit het water tillen). Dit is een actie die ervoor zorgt dat ze draaien om de breedteas en daardoor meer rechtop in het water komen te staan. De armslag past zich daarop aan en duwt dan naar beneden. Vaak zie je dat de beweging onder de buik (dat is de contrafase) vrij snel wordt gemaakt. Is dit het geval, dan zullen de armen fors moeten compenseren.

Uit de comfortzone

Mijn belangrijkste tip om iets verbeteren is om een opdracht te bedenken die ervoor zorgt dat de zwemmer de beweging niet meer op dezelfde manier kan uitvoeren. In het geval van een buikplakker zou ik eerst kiezen om de opdracht ‘zwem met hele kleine slagen’, ‘zwem als een muisje’ te geven. Ik zou dat afwisselen met grote slagen, ‘zwem als een reus’. Deze opdrachten dwingen het kind om de beweging anders uit te voeren, er is minder tijd om de benen helemaal onder de buik te trekken. Als ik zie dat het beter gaat, geef ik positieve feedback. Je kunt ook de variatie ‘snelle en langzame slagen’ aanbieden. Die zal ook het gewenste effect hebben.

Omdat er bij buikplakken vaak een meer verticale ligging ontstaat, kan ik ook proberen om opdrachten te bedenken die voor een meer horizontale ligging zorgen. Bijvoorbeeld de kinderen naar iets voor hen te laten kijken (een bal naar voren tikken) of ze ergens onder door te laten zwemmen waarbij ze naar iets moeten kijken dat laag in het water ligt (onderkant van de hoepel/het poortje).

Variatie kan ook helpen bij zwabbervoeten of schaarslagen. Door ERS, schoolslagbenen en watertrappen wordt de beenslag anders, maar ook door eens zijwaarts te kijken (beide) kanten verandert de slag. Kinderen met schaarslagen zwemmen vaak ook scheef, je kunt ze de opdracht geven om naar een bepaalt punt te zwemmen. Hierdoor verandert de uitvoering van de slag ook.

Verticaal zwemmen

Ik kreeg ook een vraag over hoe je ‘verticale zwemmers’ meer horizontale zwemmers kunt maken. Ik interpreteer deze vraag even als volgt: kinderen zijn bezig om de zwemslag langer vol te houden (ook fase 3). Als ze moe worden, neemt de kracht om de beweging te maken af. De stuwing neemt dan ook af. Daardoor verandert de ligging, de benen zakken.

Hoe kun je dit voorkomen? Ik denk dat het antwoord ligt in de afstand die we kinderen laten zwemmen. Is de afstand te groot, dan slaat de vermoeidheid toe en zie je vaker ‘verticale zwemmers’. Dus de eerste stap is om kinderen niet te snel lange afstanden te laten zwemmen. Hierbij kun je kinderen ook betrekken. Door ze mee te geven dat als ze voelen dat ze bijna niet meer vooruitkomen, ze op de rug verder mogen zwemmen. Dan train je het uithoudingsvermogen, maar dat zal met de ERS, een minder vemoeiende slag, minder snel tot verkeerde uitvoeringen leiden. Hoewel je er altijd voor moet zorgen om de afstanden niet te snel op te bouwen.

Uitdagen

Soms hebben kinderen om door te zwemmen ‘gewoon’ een uitdaging nodig. Ik was in een zwembad bij de lessen aan het coachen en we zagen een jongetje steeds na een slag of drie rechtop komen en eigenlijk stoppen met zwemmen. We besloten hem de volgende opdracht te geven: ‘als je denkt dat je niet meer goed vooruitkomt, mag je op je rug draaien en verder zwemmen op je rug’. We schatten in dat hij dat draaien snel zou doen. Maar we zaten fout! Blijkbaar voelde hij zich getriggerd en hij zwom de hele baan prachtig schoolslag door.

Zo was er ook een keer een jongetje dat ook na drie slagen steeds stopte. Volgens de lesgever kon hij het wel, maar hij deed het gewoon niet. We bedachten de volgende opdracht: zwem naar de lijn (in de breedte, lijn lag op baan 3) en tik een rood balletje van de lijn aan. Zwem terug naar de kant en dan weer naar de lijn. Tik dan een wit balletje aan.

Dat was echt experiment van ons, maar hij deed het! Hij zwom door. Blijkbaar hielp de externe focus, het externe doel, hem om door te gaan.

Ditzelfde jongetje hebben we ook laten zwemmen en een liedje laten zingen (in zijn hoofd). Ook dat werkte heel goed. Zijn aandacht ging naar het liedje, terwijl hij ondertussen ‘onbewust’ gewoon verder zwom. Ook dit is externe focus, maar heeft ook te maken met dubbeltaken. Meerdere dingen om over na te denken is lastig. Dat wat al automatisch kan, zal dan onbewust worden gedaan.

Heb jij ervaring met variatie om de schoolslag te verbeteren? Heb je vragen over specifieke uitvoeringen die je wilt verbeteren? Ik hoor het graag!

LAAT EEN REACTIE ACHTER

0