Wat doe jij om aan te sluiten bij een ander?
Op mijn website staat: “Iedereen is gemotiveerd. Het is de uitdaging om aan te sluiten bij deelnemers en ze te inspireren voor gezamenlijke doelen. Heb als leider het lef om op een andere manier te (leren) kijken. Om samen succes te bereiken.”
Terwijl ik er vandaag naar kijk, ben ik nog steeds tevreden met deze quote. Ik denk echt dat iedereen gemotiveerd is. Je ziet het niet altijd. En soms zie je het heel duidelijk. Ik denk dat sommige mensen (en deelnemers) zich (nog) niet zo bewust zijn dat ze ergens voor gemotiveerd zij. Dat is dan best lastig, want dan moeten ze op zoek. Ze moeten er nog achter komen wat ze leuk vinden. Of graag willen bereiken. Ik gun iedereen dat ze hun eigen motivatie ontdekken. Maar daar gaat dít blog niet over. Ik wil graag nog een keer focussen op de mensen die duidelijk laten weten dát ze gemotiveerd zijn. En hoe ga je daar dan mee om? Hoe kun je ze helpen?
Vandaag (12 december 2025) was het 10 jaar geleden dat mijn nichtje Milou viel tijdens het Nederlands kampioenschap trampolinespringen. Haar leven (en dat van mijn zus en haar gezin en ook de verdere familie) veranderde daardoor compleet. Ik schreef daar al een keer eerder een blog over.
In dat blog vertelde ik al over haar veerkracht en haar wil om verder te ontwikkelen. Ze wilde kijken naar wat wél mogelijk was. Inmiddels is ze 23 jaar en gaat het heel goed met haar. Ze heeft vorige jaar haar rijbewijs gehaald en rijdt sinds dit jaar in haar eigen auto.
Wat is de betekenis van hulp?
Milou is nog steeds haar eigen mogelijkheden aan het ontdekken. Ik voel trots over hoe ze dat doet en weet te verwoorden. Hulp betekent voor haar dat ze steun ervaart in haar proces. Want het lijkt misschien wel heel mooi, maar dat is het niet altijd. Juist tijdens lastige perioden is het belangrijk dat anderen met haar blijven geloven. Positieve stimulans en hulp om lastige stappen te zetten zijn belangrijk. Want die lastige stappen doe je bij voorkeur samen.
Als je dit leest denk je misschien: ‘ja, logisch dat ze dat nodig heeft’. Maar het is niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Haar artsen dachten haar een dag naar haar val te helpen door een negatief scenario te schetsen. Ze zou waarschijnlijk nooit meer iets kunnen. Zouden artsen denken dat ze iemand daarmee triggeren om door te zetten? Of denken ze misschien niet na over het effect van zo’n boodschap? Ik weet het niet, maar de hoop wordt volledige de grond in geslagen. In de hulpverlening werd tegen Milou vaak gezegd: ‘je moet hiermee leren leven’. Dat is natuurlijk wel zo, maar wie zegt dat er niets meer kan veranderen? Dat kun je niet alleen baseren op ervaringen van groepen, het hangt ook af van de persoonlijke kenmerken en omstandigheden.
Curling
Veel artsen, ouders en lesgevers/docenten lijken kinderen te willen behoeden voor negatieve ervaringen. Ouders noemen we curlingouders. Ik denk dat er ook curlinglesgevers zijn. Ze willen graag voorkomen dat kinderen negatieve ervaringen opdoen. Dit is volgens mij gebaseerd op hun eigen, eerdere ervaringen en overtuigingen. En soms de regels.
Zo wilden de docenten van Milou misschien de teleurstelling voorkomen, dat ze tot de conclusie zou komen dat het VMBO-t niveau niet haalbaar zou zijn voor haar. En daarom hadden ze moeite om haar de kans te geven om het te proberen. Zo zijn er zwemlesgevers die kinderen die zonder materiaal willen zwemmen (bijvoorbeeld na de vakantie, waarin ze veel hebben geoefend). Veel lesgevers geven de kinderen niet de kans te laten zien wat ze kunnen. De meeste blijven doorgaan met wat zij zelf in hun hoofd hadden.
Eenzijdigheid
In al deze voorbeelden lijkt te missen is dat niet de vraag wordt gesteld: ‘wat past bij de deelnemer of ‘patiënt’. Wat wil die? Wie heb je voor je? Waar zitten voorkeuren? Geeft iemand al duidelijke signalen? Is er interesse voor de persoon? Worden er vragen gesteld? In veel gevallen denk ik dat het antwoord ‘nee’ is. Misschien zijn er goede redenen voor. Een onvoldoende op bepaalde toetsen, onderzoeksgegevens die slagingskansen hebben onderzocht, te veel kinderen in de groep zodat je geen tijd voelt voor interactie.
Het gaat hier om eenzijdigheid. En dát is waar ik moeite mee heb. Een kind dat heel graag naar een bepaalde opleiding wil. Een kind dat wil ontdekken en nieuwsgierig is. Een kind dat getriggerd wordt door materiaal, dingen die het om zich heen ziet gebeuren en daarop reageert. We zouden er veel meer oog voor moeten hebben.
Lef en groeimindset
Soms betekent het dat we ‘lef’ moeten hebben. Dat we onze verwachtingen en mogelijke twijfel of onzekerheid loslaten. Dat we zelf nieuwsgierig zijn. Nieuwsgierig naar wat een kind doet als het per ongeluk valt. Wat er gebeurt als het de kans krijgt om naar een iets hoger niveau te gaan. Wat er gebeurt als het mag kiezen wat het wil doen in de zwemles. Het vraagt om vertrouwen van de begeleider van het kind. Het vertrouwen dat je weet wat je gewoon weet wat je moet doen om het kind te helpen in zijn of haar ontwikkelingsproces. Misschien is dat wat ze een groeimindset noemen. In ieder geval gaat het om een proces waarin je samen optrekt. En blij bent met initiatief van de ander. Zodat je samen op zoek kunt gaan naar wat kan.
Heb jij zelf een verhaal waarin je niet verwachte ontwikkeling hebt gezien? Heb jij voldoende vertrouwen in jezelf? Kun jij op het juiste moment de juiste keuzes maken? Ik hoor het graag!
